Debaltsevo, Where Are You? Online Nederlandse versie:


Pagina 23

Terugvliegen naar de USSR

Jarenlang had mijn oma dezelfde droom: dat ze terugvloog naar haar moederland. In slow motion zweefde ze een paar meter boven de grond. Als een vogel, gedragen door de wind. Onder haar zag ze haar vertrouwde omgeving, haar familie, haar herinneringen.

In de woonkamer stond de televisie altijd aan. Alsof ze geen stilte kon verdragen. Aan de muur hingen—naast haar zelf geschilderde reproducties van Van Gogh en Hendrick Avercamp—ingelijste luchtpost enveloppen. Ze waren beschreven in een handschrift dat ik niet kon ontcijferen, met stempels en Sovjet-achtige afbeeldingen van vliegtuigen en straaljagers. Bovenop de kast stond een samowar naast een rond houten doosje versierd met kleurrijke, handgeschilderde bloemen.

Baboesjka—oma in het Russisch—was niet erg spraakzaam. En al helemaal niet over haar verleden. In 1921 werd ze geboren in Debaltsevo, Donbas, Oost-Oekraïne. In december 1922 sloten Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland, Georgië, Armenië en Azerbeidzjan zich aaneen in de Unie van Socialistische Sovjet Republieken: de USSR. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontmoette ze mijn opa in Duitsland. Na de bevrijding kwam ze met hem naar Nederland. Dat was het verhaal. Maar hoe het precies was gegaan? Ik had geen idee. Net zo min als dat ik geen idee had van haar leven in Oekraïne. 

Ik probeerde me voor te stellen hoe het er daar uitzag. Zou ik iets herkennen van oude familiefoto’s? Hoe zou het zijn als ik daar rond zou lopen? Zou ik iets van mezelf in de mensen herkennen? Zou ik me daar thuis voelen? 

Jarenlang maakte ik als fotograaf verhalen over andere mensen waarin cultuur, identiteit en migratie een rol speelden. Totdat ik me realiseerde dat ik bijna niets wist van mijn eigen achtergrond. Hoe meer ik erover na ging denken, hoe meer ik het gevoel kreeg dat juist door het niet-weten een deel van mij incompleet was. Wat betekende dit Oekraïense deel in mij? Wat betekende het überhaupt om wortels te hebben op een andere plek dan Nederland?

Ik besloot om naar Debaltsevo te gaan en foto’s te maken van het dagelijkse leven. Met als doel om aan de hand van deze beelden een dialoog aan te gaan met mijn oma; om haar beter te leren kennen en zo hopelijk ook meer te weten te komen over haar verleden en de plaats waar ook een deel van míj́n wortels liggen.


Pagina 27

Op weg naar Debaltsevo

DE HOND VAN TAMARA
Leerdam, voorjaar 2013

Ik ben in Leerdam, in het verzorgingstehuis waar mijn oma sinds kort woont. Ze heeft haar eigen kamer, maar wordt dagelijks een aantal keer in de gaten gehouden door het zorgpersoneel. Op tafel liggen foto’s afgedrukt van oude diapositieven uit Debaltsevo, uit het begin van de jaren zeventig, gemaakt door mijn vader toen hij mee was op familiebezoek.

“Dit is mijn zus Anna, zij was de oudste en dat is mijn zus Tamara, zij was jonger.” Oma wijst naar een foto waar ze samen met haar zussen op staat. 
Tamara had een hond. Een grote bruine harige waakhond aan een ketting. In de tuin lag een oude helm van een Duitse nazi-soldaat, dat was zijn drinkbak. Bovenin aan de rand zaten kogelgaten.
“Hoe zag jullie huis er vroeger uit van binnen?”
“Het was een klein huisje met twee kamers en een soort opslagkamer. Er was een kolenkachel. In de winter was het 30 graden onder nul.” 
“Als ik nu naar Debaltsevo wil gaan om jouw oude huis te bezoeken, naar welke straat—welke ulitsa —moet ik dan?”
Ze zwijgt.
“Dat is een moeilijke vraag.”
“Of welke wijk, waar moet ik dan heen?”
Ze zwijgt opnieuw.
“Tja, moeilijke vraag.”
“Is daar nog familie van ons denk je?”
“Ik denk het niet. De meeste mensen zijn vroeg gestorven.”
“Hoe heette je vader eigenlijk?”
Nu zwijgt ze voor een lange tijd.
“Dat is ook wat, moeilijke vraag. Gek eigenlijk hè? Dat ik dat niet weet."
Ondertussen is mijn vader binnengekomen. Hij vraagt of ze mee wil naar het graf van opa. 
Ze staart een tijdje glazig voor zich uit: “Wacht even, ik zit te denken waar we nu zijn. Ik zit nog met mijn hoofd in Debaltsevo.”
Gezamenlijk gaan we naar het graf van opa. Hij overleed op zijn 41ste. Zij bleef alleen achter met vier kinderen.


TE LAAT
Den Haag, zomer 2013

Ik baal ervan dat ik niet eerder het gesprek met oma ben aangegaan over Oekraïne. Ik hoopte dat haar langere termijn geheugen nog wel in tact zou zijn. Ik heb me vergist. 

Op de een of andere manier schoof ik het steeds voor me uit. Oma leek al lang afscheid te hebben genomen van de plek waar niemand meer leefde die ze nog kende. Waarom zou ik haar op deze leeftijd nog belasten door het verleden op te rakelen? Zou ze wel hebben gepraat als ze geen alzheimer had?

Ik vraag me af of het nog zin heeft om naar Debaltsevo af te reizen. Het lukt me nu al niet eens meer om een dialoog met haar aan te gaan. Ik had haar willen vragen hoe haar leven als meisje eruit zag in Debaltsevo, wat haar dromen en ambities waren. Welke Oekraïense waarden ze belangrijk vond om aan haar kinderen en kleinkinderen door te geven. Maar ook hoe het voor haar was om haar land te verlaten, en hoe dat precies gegaan was. Wat haar ervaringen waren in Duitsland en daarna in Nederland en hoe ze zich staande heeft gehouden.

Als kind zag ik haar niet vaak. Mijn ouders waren naar Staphorst, Overijssel verhuisd. Eens in de zoveel tijd gingen we met ons gezin op familiebezoek, naar Leerdam en Brabant. Dan bezochten we meerdere familieleden. Het was meestal aankomen, wat eten en drinken en door naar het volgende adres. 


PROTEST
Den Haag, November 2013

Ik heb besloten dat ik toch naar Debaltsevo wil gaan. Het voelt als belangrijk om in ieder geval een keer in mijn leven contact te maken met dat deel van mijn wortels. Het plan is om in het voorjaar van 2014 te vertrekken. 

Ondertussen is er van alles aan de hand in Kyiv. Er vinden grootschalige protesten plaats op het Maidan Nezalezhnosti-plein. Op de televisie zie ik barricades van autobanden, vieze grijze sneeuw. Er wordt geschoten, mensen duiken weg. Overheidsgebouwen worden bezet door de demonstranten die protesteren tegen aanhoudende corruptie, machtsmisbruik, schending van mensenrechten en voorstander van nauwere samenwerking met de Europese Unie.


JIJ BESLIST
Den Haag - Donetsk, februari en maart 2014

Sinds januari heb ik via email contact met Sasha, een kunstenaar uit Donetsk. In Den Haag heb ik Anya en Maxim, een Oekraïens stel ontmoet. Ik vond Maxim via Linkedin, hij had een artist-in-residence gedaan bij Izolyatsia, een kunstcentrum in Donetsk, vlakbij Debaltsevo. Sinds een aantal jaren wonen ze in Den Haag, we zijn bevriend geraakt. Ze hebben me in contact gebracht met Sasha die me kan me helpen aan een tolk en accommodatie in Debaltsevo. Ik stuur Sasha een mail waarin ik vraag in hoeverre de situatie in Kyiv invloed heeft op de omgeving van Donetsk. Half maart wil ik mijn ticket naar Oekraïne kopen.

Donderdag 6 februari 2014, 10:34 +01:00 
> Karine, Wat de revolutie betreft, Donetsk is nog steeds een hele stille stad. Ik denk dat in maart of april de situatie genormaliseerd zal zijn. Hoe dan ook, ik wacht op je, Sasha.

Vanuit Nederland volg ik het nieuws. Ik zie dat de politieke onrust nu ook naar andere delen van Oekraïne is uitgebreid. Ik vraag Sasha hoe het met hem gaat. Er komt geen reactie. Ik maak me zorgen want ik heb al meerdere dagen niets van hem gehoord, terwijl hij normaal gesproken altijd meteen antwoordt.

Maandag 10 maart 2014, 10:57 +01:00 
> Karine, sorry, ik heb je laatste brief gemist. De situatie hier in Donetsk is nogal gevaarlijk van dag tot dag. Rusland (Poetin) heeft de Krim veroverd (de strategische zuidelijke regio van Oekraïne) en oostelijke regio's zoals Donetsk etc. zijn nu onder de controversiële invloeden, demonstraties, bijeenkomsten. Dus wat het zou kunnen zijn? We weten het niet, want het is Russische agressie en duisternis in hun gedachten.

Ik spreek mijn steun uit naar Sasha en vraag hoe de situatie zijn dagelijkse leven beïnvloedt. Ik vraag of het nog veilig voor mij is om te komen. Deze week zou ik mijn ticket kopen.

Maandag 10 maart 2014, 12:33 +01:00 
> Karine, je moet begrijpen dat ik er in deze moeilijke situatie voor kies om door te gaan met mijn kunstactiviteiten ondanks alle politiek en zelfs oorlog. Ik vind dat kunstenaars onder dit hele proces natuurlijk tegelijkertijd voorzichtig moeten zijn. Over Donetsk: nu is de situatie (demonstraties etc.) niet zo bedreigend, dus als je er bijvoorbeeld morgen zou zijn, is het oké. Mijn curatoriële projecten gaan door. We zijn een onafhankelijke kunstlocatie en daarom stoppen we onze activiteiten niet. Maar wat er volgende maand zal zijn, dat is moeilijk te zeggen. Jij beslist…


JEVGENI ONEGIN
Leerdam, April 2014

Ik heb besloten dat ik mijn reis naar Debaltsevo uitstel, het is nu te onrustig.

Met oma gaat het steeds slechter. Het afgelopen jaar is ze overgeplaatst naar de gesloten afdeling van het verzorgingstehuis. Wanneer ik haar bezoek herkent ze mij niet meer. Ze weet nog wel wie de dichter Poesjkin is. Via mijn telefoon speel ik de gesproken versie van het verhaal Jevgeni Onegin af in het Russisch. Ze luistert aandachtig en knikt aaneensluitend. 

We maken een wandeling door de buurt. Ik duw haar rolstoel. We rijden langs haar oude huis via het steegje aan de achterzijde. Het ziet er nog hetzelfde uit als vroeger, met dezelfde tegels en hetzelfde tuinpad. De buurvrouw groet ons. Tijdens de wandeling oefen ik mijn Russisch: Naleva, naprava, pryamo (links, rechts, rechtdoor). Ze verbetert mijn uitspraak. 

Een andere keer neem ik ingrediënten van borsjt mee. Ze heeft al jaren niet meer zelf gekookt, maar weet nog precies het recept en de voorbereiding te vertellen. Ze corrigeert me zelfs wanneer ik de aardappelblokjes niet in het juiste formaat snijd. Wanneer de soep klaar is en ik haar trots wat wil laten proeven is ze in slaap gevallen. 


DE HEG
Den Haag, 12 mei 2014 

Kort na de bevrijding, ze zal een jaar of vijfentwintig zijn geweest, leerde oma fietsen in Nederland. Ik stel me zo voor dat ze onhandig met beide handen aan het stuur, voeten op de pedalen, langzaam vooruit slingerde. Opa—zo gaat het verhaal—heeft haar toen als grap een duwtje gegeven waardoor ze de heg in reed. Daarna heeft ze nooit meer een fiets aangeraakt. 

Ze had geen rijbewijs en reisde niet alleen met het openbaar vervoer. Ze kwam haar woonplaats nauwelijks uit. Als ze ons bezocht haalde mijn vader haar meestal op of reed ze met familie mee die haar ook weer terug brachten. Uit zichzelf ging ze nooit op pad. Niemand stelde daar vragen over. 


DNR
Den Haag, 15 juli 2014

De zelfverklaarde Volksrepubliek Donetsk, (Donetsk Narodny Republic, DNR) is vandaag uitgeroepen, met een eigen pro-Russische regering en vlag. Er wordt gevochten. Om het gebied in en uit te komen moet men door verschillende controleposten, waaronder die van de separatisten. Met de huidige gevechten tussen de Oekraïense troepen en de separatisten is niemand zijn leven daar meer zeker. Debaltsevo ligt precies in dit gebied. Van mijn vrienden Anya en Maxim hoor ik dat Sasha naar Lviv is gevlucht. 


LYUBLYU TEBYA
Den Haag, 17 juli 2014

Gisteren heb ik afscheid genomen van oma. Het zorgpersoneel had de laatste dagen Russische kerkmuziek opgezet in haar kamer. Het was goed bedoeld maar eigenlijk wist niemand echt wat de rituelen waren rondom overlijden in haar cultuur. Ze lag stilletjes in bed. Ik hield haar hand vast en zei dat ik van haar hield. In het Nederlands en in het Russisch: lyublyu tebya. Het voelde fijn en ongemakkelijk tegelijk. Terwijl ik het zei, besefte ik me dat ik deze woorden voor het eerst naar haar uitsprak, nota bene op haar sterfbed.

Gevoelens uiten naar elkaar op deze manier, dat waren we niet gewend in onze familie. Ik realiseer me dat ik zo weinig weet van wat er echt gespeeld heeft in haar leven. Samen met haar overlijden is nu ook mijn laatste tastbare familiecontact afkomstig uit Oekraïne verdwenen. Het maakt mijn verlangen om naar Debaltsevo af te reizen alleen maar groter.


VLIEGTUIG
Barcelona, 14 januari 2015 

Slechts twee dagen na het overlijden van mijn oma stort er een vliegtuig neer in Hrabove, ongeveer vijfentwintig kilometer bij Debaltsevo vandaan, in het gesepareerde gebied. Ik ben net wakker en lees het nieuws op mijn telefoon: het is de MH17. Iedereen lijkt wel iemand te kennen die op een of andere manier gelinkt is aan de MH17. Mensen delen berichten op social media. Ik rouw om mijn oma terwijl Nederland rouwt om de MH17. De week gaat als een blur aan me voorbij. Ik ben stilletjes en naar binnen gekeerd, dat is mijn manier om met ingewikkelde gebeurtenissen om te gaan. Ondertussen duurt de oorlog in Oost-Oekraïne nog steeds voort. Het lijkt wel alsof er steeds weer iets gebeurt waardoor mijn plannen gedwarsboomd worden. Alsof er steeds een nieuwe blokkade bij komt waardoor Debaltsevo verder van mij af komt te staan.


CORRIDOR
Den Haag, Maart  2015

Sinds september woon ik in Barcelona, mijn tweede thuis. De mensen zijn warmer en het leven is wat rommeliger dan in Nederland. Dat past mij wel. Om negen uur ‘s ochtends heb ik een afspraak op de hoek van Carrer Via Laietana en Carrer Jaume 1. Ik ben wat te vroeg en haal een groene thee in de dichtstbijzijnde koffietent. Terwijl ik in de rij sta zie ik op televisie de naam Debaltsevo verschijnen op het nieuws. Ik hoor over “the Battle of Debaltsevo”: de stad is omsingeld door separatisten. Er wordt gebombardeerd. Ademloos kijk ik naar het tv scherm.

De dagen erop volg ik het nieuws op de voet. Er wordt een corridor gerealiseerd tijdens een staakt-het-vuren zodat bewoners kunnen evacueren. Maar ondanks de afspraken, gemaakt tijdens het akkoord van Minsk, wordt de wapenstilstand geschonden. Er ligt sneeuw en ik zie mensen met angst en paniek in hun ogen, op elkaar gepropt in bussen met kinderen, tassen en rolkoffers. Mensen uit de stad waar ik al zo lang heen wil gaan, waar ik een geschiedenis mee deel. Ik voel me misselijk, boos en verdrietig tegelijk. Waarom ben ik niet eerder gegaan, waarom heb ik zo lang gewacht? Ik heb de halve wereld afgereisd en verhalen gemaakt over andere mensen. En op het moment dat ik er eindelijk klaar voor ben om mijn eigen geschiedenis in te duiken gebeurt er steeds iets waardoor het niet lukt. Oma kreeg alzheimer, er brak oorlog uit, het gebied is gesepareerd en nu wordt de stad ook nog gebombardeerd. Waarom gebeurt dat? En nu, wat? En deze mensen, hoe zal het met ze aflopen?


IN PUIN

Debaltsevo bestaat niet meer. De stad ligt in puin en is veroverd door de separatisten. Debaltsevo was een strategische plaats om aan te vallen omdat er een belangrijk spoorwegstation is dat de steden Donetsk en Luhansk met elkaar verbindt. Beide steden zijn nu in handen van de separatisten. De slag om Debaltsevo heeft in totaal een maand geduurd. Ongeveer tachtig procent van de bevolking is gevlucht. De rest—oude mensen en mensen die niet de mogelijkheid hadden om te vluchten—woont in schuilkelders. Er is veelal geen elektriciteit, geen verwarming en geen stromend water. Moedeloos maakt het mij. Wat heb ik nog te zoeken in een stad die zo verwoest is? Zou het oude huis van oma nog overeind staan?


AFRIKAANTJES  Kamianske, Augustus 2016

In een aantal zwart-grijs plastic doosjes van oude fotorolletjes vervoer ik stiekem wat as van oma in de ruimbagage van het vliegtuig. Bestemming: Kyiv. 

Ik ga naar Oekraïne. Voor het eerst. Ik wil niet meer wachten. Na wat dagen in Kyiv te zijn geweest bezoek ik mijn vrienden Anya en Maxim die de zomer doorbrengen bij familie in Kamianske, een stad in Dnipropetrovska Oblast, 280 kilometer ten westen van Debaltsevo.

De geur van pannenkoeken vult het huis wanneer ik ‘s ochtends wakker wordt. Natascha, Anya's moeder, bakt ze voor het ontbijt. Gedurende de dag vertel ik over mijn wens om de as van oma uit te strooien. Het liefst had ik dat in Debaltsevo gedaan maar als tweede optie kies ik voor de Dnipro: de rivier die door een groot deel van Oekraïne stroomt. Oma hield veel van zwemmen, het voelt als een goede bestemming. Natascha vertelt dat rituelen rondom sterven en afscheid altijd voor zonsondergang plaatsvinden, het liefst voor twaalf uur in de middag. Zo had ze dat van haar moeder geleerd, die dat weer van haar moeder had geleerd. 

De volgende ochtend vertrekken we. Natascha plukt nog wat Afrikaantjes uit de voortuin. “Honderd procent zeker dat je oma deze bloemen vroeger ook in haar tuin had”, zegt ze. We rijden naar de rivier waar Oleg, de stiefvader van Anya, de rubberboot oppompt waar hij normaalgesproken in vist. Samen met Anya, Natascha en Oleg gaan we het water op. Het is windstil en licht bewolkt. 

We zoeken een mooie plek uit om de as uit te strooien en stoppen ergens in het midden van de rivier. “Is dit een goede plek denk je?”, vraagt Anya. Ik knik. Dit voelt goed zo. Ik weet niet zo goed hoe ik me nu moet gedragen, het is de eerste keer dat ik zoiets doe. Ik noem de naam van mijn oma, dank haar voor alles en wens haar het beste in het hiernamaals. Eén voor één open ik de fotodoosjes en strooi de as uit in de Dnipro. Zwijgend kijken we toe hoe de as naar de bodem zakt. “Gooi de bloemen er ook maar achteraan”, zegt Natascha. Langzaam drijven ze weg door de stroom van de rivier. We zwijgen weer. Na een tijdje kijken we elkaar aan. Ik knik en zeg dat het goed is zo. Tranen prikken in mijn ogen. Ik voel me zwaar en opgelucht tegelijk. Oma is weer terug in haar thuisland.

Wanneer we terugvaren naar de oever komen we een visser tegen die Oleg kent. “Wat doe je daar met drie vrouwen in de boot?”, schreeuwt hij. “De as van baboesjka uitstrooien!” roept Natascha. Daar heeft hij niet van terug. We schieten allemaal in de lach. 


SHAMPOO 2-in-1
Den Haag, Oktober 2016

Ik denk terug te aan de enige keer dat er familie uit Oekraïne op bezoek kwam. Het was Nina, een nicht van oma, ze kwam uit De Krim. Het was eind jaren tachtig, ik zat in groep zes van de basisschool. Ik herinner me er weinig meer van, behalve dat onze overbuurvrouw haar als cadeau een fles shampoo en conditioner 2-in-1 gaf. Ik weet nog dat ik verbaasd was dat Nina nog nooit zoiets had gezien. Verder heb ik nooit meer iets over familie gehoord. Soms heb ik het gevoel dat ik, behalve mijn vader, de enige in mijn gezin ben met Oekraïense wortels. Mijn drie broers zijn er totaal niet mee bezig en ook in Nederland is er weinig contact met familie van oma’s kant.

Er komt nog een herinnering naar boven: oma had een hekel aan alles wat met Duitsland te maken had. Wanneer ik met mijn ouders op vakantie ging naar Duitsland kon ze in een afkeurende blik laten merken dat ze het maar niks vond. Als puber plaagde ik haar wel eens: “Maar oma, wat nou als ik een Duits vriendje zou krijgen?” Nee, dat leek haar helemaal niets. Ik begreep niet echt wat maakte dat ze zo’n afkeer van Duitsland had. Achteraf schaam ik me voor zo een stom grapje, misschien deed het haar pijn. Maar hoe kon ik dat weten als er niet gepraat werd? Grappen maken konden we allemaal heel goed. Als ik mijn vader wel eens vroeg wat hij wist over haar periode in Duitsland dan zei hij dat ze daar veel had meegemaakt, maar dat andere vrouwen ergere dingen hadden meegemaakt. Wat dat dan precies was bleef onduidelijk.


SCHRIFTJE
Den Haag, December 2016

Laatst was ik bij mijn ouders toen mijn moeder mij een schoenendoos overhandigde met daarin oude ansichtkaarten en brieven die ik oma ooit gestuurd had tijdens vakanties en verjaardagen. Ze vond het tijdens het opruimen, tussen andere spullen die ze opgeslagen hadden nadat oma naar het verzorgingstehuis ging. Tussen deze paperassen zat een oud schriftje met daarin het handschrift van oma, deels in het Nederlands (aantekeningen van Nederlandse les), maar grotendeels in het Russisch. Kort daarna was ik op bezoek bij mijn vriendin Anya. Ik had het schriftje meegenomen en vroeg haar of ze het ter plekke kon vertalen. Ik verwachtte er niet teveel van. We zaten aan de eettafel en tijdens het lezen begon Anya ineens te huilen. Ik voelde me ongemakkelijk worden. Wat stond daar geschreven dat haar ineens zo verdrietig maakte? Het bleek een deel van het levensverhaal van oma te zijn en haar laatste dag in Debaltsevo.


DEBALTSEVO, WAAR BEN JE?
Den Haag, Februari 2017

Het is nog steeds oorlog in Oost-Oekraïne. Niemand weet hoe lang dit nog gaat duren. Debaltsevo, waar ben je? Wat is er nog van je over? Ik kan niet verkroppen dat dit het dan maar was. Dat hier mijn zoektocht eindigt. Iets in mij zegt dat het nog niet klaar is, dat er nog iets anders moet zijn.

Ik gooi het over een andere boeg: met hulp van een tolk stuur ik een bericht de wereld in dat ik op zoek ben naar families uit Debaltsevo die recent gevlucht zijn, nu elders in het land wonen en willen vertellen over hun leven. Misschien kan ik via hen dichter bij mijn roots komen. We plaatsen het bericht op VKontakte, een soort Russischtalige Facebook, de Donetsk-Kyiv Facebookgroep en mailen enkele lokale vluchtelingenorganisaties in Oekraïne. Er komen een aantal reacties binnen van mensen. Ik besluit hen op te zoeken.


Pagina 43

Vertrek uit Debaltsevo


TURQUOISE  Donbas, mei 2017

Ik ben onderweg naar  Kostjantynivka en rijd langs plekken die ik ken uit het nieuws. Plaatsen waar de oorlog in 2014 is gestart, zoals Sloviansk en Kramatorsk. Terwijl ik uit het raam kijk om het platte groene landschap in me op te nemen, schudt de bus af en toe hard heen en weer. In het wegdek zitten grote gaten, gemaakt door ontplofte bommen. We rijden aan de rand van oorlogsgebied van Volksrepubliek Donetsk (DNR) en passeren meerdere checkpoints. Oekraïense soldaten stoppen de bus. Mijn tolk gebaart me om stil te zijn, zodat ze niet doorhebben dat ik een buitenlander ben. Ik houd mijn adem in en doe zo onopvallend mogelijk. Iedereen zwijgt. Uiteindelijk hoeven alleen mannen paspoorten te laten zien. Vrouwen worden overgeslagen. 

We rijden verder richting Horlivka, een kilometer of dertig bij Debaltsevo vandaan. Ik zie een verkeersbord langs de weg met de naam Debaltsevo en een pijl naar rechts. Voor het eerst is Debaltsevo zo dichtbij dat ik haar bijna kan aanraken, maar onze bus rijdt rechtdoor. In mijn gedachten stap ik de bus uit, loop ik de laatste kilometers rechtsaf en kom ik terecht in de stad van de diapositieven uit de jaren zeventig, gemaakt door mijn vader, waarop het altijd zomer is. Waar een man schuin de straat oversteekt met twee ijsjes in zijn linkerhand. Waar een vrouw in een oudroze jurk langs een turquoise bus loopt naast een bushokje met turquoise kozijnen. Maar het kan niet, want Debaltsevo ligt net binnen in de DNR en wij rijden er net buiten, aan de Oekraïense kant.


Pagina 45


KOSTJANTYNIVKA

Voorjaar 2017/ 2018

Natalia woont met haar man Zhenya en kinderen Danil en Katya in Kostjantynivka. Natalia heeft haar eigen paaldansstudio opgericht en Zhenya werkt in de bouw. Haar ouders en zus wonen een paar straten verderop.

Natalia: "Ik weet nog heel goed hoe we ontsnapten. Het was 4 februari 2015. We zaten ondergronds. Er was een enorme beschieting. We konden daar niet meer blijven omdat het te veel was. Er was geen licht, geen elektriciteit, geen water, geen verwarming. Je kunt je niet omkleden, je kunt je niet wassen. Iedereen was echt vies. Daar ondergronds was het erg vochtig, mensen werden vaak ziek, en er waren geen medicijnen. 

“Ik herinner me precies die dag, omdat we daarvoor nog dachten dat de oorlog kon stoppen. Maar vanaf dat moment kwamen de beschietingen steeds dichterbij en was er steeds meer activiteit. Als je ondergronds zit en alles trilt en je beseft dat er boven je vijf verdiepingen zijn, denk je dat niemand je zal vinden als het gebouw instort. Ik begon te huilen. Ik werd hysterisch en zei tegen Zhenya: “Wie zal er voor onze kinderen zorgen als we sterven?” Ze waren al bij hun grootouders in Poltava, maar mijn moeder had kanker en mijn vader was ook ziek. Dus zei Zhenya: “Ik neem de auto.” Maar we wisten niet zeker of onze auto nog bestond. Toen Zhenya naar de garage ging om de auto te halen was ik echt bang omdat ik niet wist of hij terug zou komen. We hadden echt geluk dat hij onze auto kon vinden, want alles werd op dat moment veel gestolen. 

“Hij vroeg Oekraïense soldaten toestemming om mensen uit de stad te halen. Iedereen uit het gebouw trok weg, behalve een paar buren. Er waren veel harde geluiden van aanvallen en alles ontplofte. Het zou ons ongeveer veertig minuten kosten om weg te gaan naar een veilige plek buiten het oorlogsgebied. Maar het was fifty-fifty of we naar buiten konden gaan en het zouden overleven. We namen ook een vrouw mee. Onderweg zwegen we allemaal. We zagen overal om ons heen explosies. Overal lagen delen van menselijke lichamen. Ik zag dat honden rondliepen en de benen en armen van menselijke lichamen haalden. 

“We waren allemaal aan het bidden. Later begreep ik hoe onze gedachten over God veranderd waren. Hiervoor vroegen we God nooit ergens om. Maar in deze situatie begrepen we dat er niets en niemand was die we om hulp konden vragen. Toen we de finish bereikten, konden we eindelijk ademhalen. We namen een rustpauze en probeerden na te denken over wat er was gebeurd. Het was echt een beangstigend moment, ik zal het nooit vergeten. 

“Op 7 februari kreeg ik een telefoontje uit Debaltsevo. Mensen probeerden ons te bereiken, ze zeiden: “Natalia, je flat is verwoest.” Ik zei dat God ons had gered, want we waren pas drie dagen geleden vertrokken. Ik weet niet waarom we op dat moment de drang voelden om te vertrekken, maar ik voelde iets van binnen."


BORSJT EN ZURE ROOM

Natalia vraagt of ik zin heb in borsjt, ik herken de geur van de soep. In mijn gedachten dwaal ik af en zit ik weer in de woonkamer van oma. Ik zie de stoel waar ze altijd in zat. De vitrage voor het raam, waar ze vlindertjes van papier in had gehangen. Haar verzameling zwemmedailles gespeld op een rood gilet dat ze soms trots liet zien. Haar telefoon in de vorm van een stoomlocomotief, die mijn oom ooit aan haar had gegeven omdat ze in Debaltsevo als assistent treinmachinist had gewerkt. Ik zie de Russischtalige boeken in de kast, stekjes van plantjes in de keuken, haar tekeningen en schilderijen. Mijn creativiteit heb ik van haar. 

“Wil je nog meer?” vraagt Natalia als ik mijn bord leeg heb.


VERRADER

Natalia vertelt hoe ze als lokale vluchtelingen ontvangen zijn in  Kostjantynivka. Of eigenlijk, het gebrek ervan. Mensen willen weinig te maken hebben met mensen vanuit de DNR, ze houden afstand. Huiseigenaren verhogen zelfs huurprijzen voor vluchtelingen. Natalia’s zoon Danil wordt gepest op school. En dat terwijl  Kostjantynivka nog geen 25 kilometer van de frontlinie af ligt. In de verte hoor ik af en toe het geluid van bommen. Ademloos luister ik naar de verhalen van Natalia. Ik kan me niet voorstellen wat zij en haar gezin doormaken. Ik denk terug aan verhalen van mijn vader, over hoe mijn oma—als vrouw afkomstig uit Oekraïne—in Nederland leefde tijdens de Koude Oorlog. Elke persoon vanuit de USSR werd in Nederland gezien als een mogelijke verrader, ondanks dat  mijn oma had er niet voor had gekozen om haar land te verlaten. Mijn vader is ooit een baan geweigerd, omdat ze erachter waren gekomen dat zijn moeder daar vandaan kwam. 


TEST

Toen het gezin in 2015 vluchtte uit Debaltsevo woonden ze eerst een tijd bij familie in Poltava. Natalia had geen werk en om haar gedachten te verzetten begon ze met paaldansles. Hier bleek ze zo goed in te zijn dat ze het jaar erop, op 38-jarige leeftijd nationaal kampioen paaldansen van Oekraïne werd. Ze heeft haar eigen paaldans studio geopend in Kostjantynivka en is aan het trainen voor Europese kampioenschappen. "Ik ben trots op mezelf," vertelt Natalia. "Ik heb mezelf gevonden door hard werk en motivatie. Ik had een sluimerend talent en nu is er een soort kracht in mij wakker geworden. Er zijn pas drie jaar van mijn nieuwe leven voorbij, maar ik vraag me af hoe het was geweest als ik hier vijftien jaar geleden mee was begonnen, dan had ik hier zeker niet gewoond. Ik denk dat dit een beproeving van God is. De oorlog is een soort duwtje in de rug, en ik heb deze beproeving doorstaan. Ik denk dat niets in het leven erger gaat zijn dan deze ontbering.”


OPNIEUW BEGINNEN

“Vroeger begreep ik niet hoe je een leven vanuit het niets opnieuw zou kunnen opbouwen. Mijn ouders hadden mijn huis gekocht, zo ging dat. Maar sinds het oorlog is en er niemand is om te helpen ben ik pas echt gaan begrijpen wat het betekent om helemaal vanaf nul weer te beginnen. Je moet zelfs lepels kopen, zeep, borden, alles. In het allereerste begin aten we van iemands gebroken borden. In tijden van vrede had ik dit nooit kunnen bedenken.

“Ik ben zoveel veranderd. Ik had nooit gedacht dat ik zo sterk kon zijn. Ik was gebroken, maar ik ben er beter uitgekomen. Ik heb een sterker karakter ontwikkeld. Ik ben dankbaar voor alles wat me is overkomen, en het voelt goed dat ik dit aan Debaltsevo te danken heb."

Hoe heeft mijn oma dat gedaan? Ze heeft mij nooit verteld hoe het was om een nieuw leven op te moeten bouwen in een vreemd land. Ik had een oma die met een Slavisch accent sprak, dat was normaal, ik wist niet beter als kind. Omdat niemand er over begon, kwam ik er zelf ook niet op om te bedenken dat daar een heel levensverhaal achter zat.


LATEN WE ZITTEN VOORDAT WE GAAN

Na een aantal dagen met Natalia en haar familie doorgebracht te hebben is het tijd om te gaan. Ik sta klaar om afscheid te nemen.  “Wacht even,” zegt ze. “Hier gaan we altijd eerst even zitten voordat we afscheid nemen. Dat is een soort gewoonte om iemand geluk te wensen op reis.” We zitten naast elkaar op de bank en kijken een aantal seconden in stilte voor ons uit. Daarna omhelst ze me en mag ik vertrekken.


Pagina 75

ZAPORIZHZHIA

Voorjaar 2017 / 2018

Oksana woont met haar man Sergei en kinderen Nicolai en Leonidas in Zaporizhzhia. Sergei werkt nachtdiensten in een fabriek. Oksana zorgt voor de kinderen en heeft na twee jaar werk gevonden. Ze heeft een achtergrond als accountant. 


Oksana: "Om eerlijk te zijn is het heel moeilijk voor mij om me te herinneren hoe ik Debaltsevo heb verlaten. Ik wil deze gebeurtenissen vergeten en er helemaal niet meer aan terugdenken. Het was echt een angstig moment. 

“Alles begon op 24 januari 2015. De beschietingen gingen de hele dag door. Pas om middernacht stopte het, maar daarna begon het weer, vanaf vier uur 's ochtends. We waren thuis of in de kelder. We hebben meerdere dagen niet geslapen vanwege de beschietingen. Er was geen eten, geen verwarming, geen licht. Niets. Het was koud, het was onder nul graden en overal lag sneeuw.

“Er waren veel explosies om ons heen. Sommige huizen in de buurt waren opgeblazen. Mijn zoon Nicolai vroeg of we konden vertrekken  omdat we bang waren. Hij keek me met grote open ogen aan en zei: "Moeder, laten we alsjeblieft weggaan, laten we weggaan." Ik dacht bij mezelf: waarom zou ik mijn kind laten lijden en waarom zouden we in deze angst leven?

“Ik dacht ook aan mijn zwangerschap. Ik was zeven maanden zwanger. Ik was bang dat als ik zou bevallen van mijn kind, niemand mij medische zorg zou kunnen bieden. Er was geen mogelijkheid om een noodoproep te doen op dat moment. Als we hadden geweten wanneer de bombardementen zouden stoppen, hadden we een beslissing kunnen nemen om te blijven of vertrekken, maar alles was onduidelijk. Op een dag zei iemand van de buren dat de Oekraïense troepen Debaltsevo zouden verlaten. Dat zou betekenen dat er niemand zou zijn om ons te beschermen. Op dat moment besloten we samen te vertrekken. We verzamelden onze spullen en besloten de volgende ochtend te gaan, op 1 februari. Het enige wat we meenamen waren onze documenten. Het kwam niet in ons op om iets anders mee te nemen. Misschien omdat we niet wisten dat we daar nooit meer terug zouden komen. We dachten dat we maar even weggingen. Niemand dacht toen dat deze oorlog nog jaren zou duren. De volgende ochtend zaten we in de auto en reden we weg. We reden gewoon weg, niemand wist waarheen."


NORMALE PERSOON

"Mijn leven in Debaltsevo was het leven van een normale persoon, een normale vrouw," zegt Oksana. "Het was werk, familie, vrienden, kinderen. Ik kan er niets slechts over zeggen. Het was een goed leven. Ik had echt goede vrienden in Debaltsevo en ik hield zoveel van hen. We organiseerden meestal leuke weekends en vierden de feestdagen. Het was erg leuk en we probeerden telkens iets leuks te doen: picknicken, barbecueën, naar buiten gaan, en feesten in verschillende stijlen. Ik mis het heel erg. Het is heel verdrietig dat we nu zo ver weg zijn. 

“Een vriend van mijn oude vriendengroep is separatist geworden. Hij is nog wel mijn vriend maar we spreken elkaar niet vaak meer en praten niet over politiek. Nu zijn we hier als gezin op elkaar aangewezen. Nieuwe vrienden maken is lastig. Het is hier niet zo makkelijk om iemand te vinden om een leuk gesprek mee te hebben. Mijn vrienden uit Debaltsevo spreek ik online. Het lukt me nog niet om me thuis te voelen in Zaporizhzhia.” 


VISUM

Oksana vertelt dat ze graag het graf van haar ouders wil bezoeken in Debaltsevo. Sinds de oorlog is ze niet meer terug geweest. Het is te gevaarlijk en ook in Debaltsevo kijken ze vluchtelingen scheef aan. Je bent toch weggegaan? Wat kom je nu dan doen? “Vlak voor Pasen is het onze traditie om naar het kerkhof te gaan om familie te bezoeken. Maar dat is nu niet mogelijk en daar heb ik heb ik het moeilijk mee.”

In de slaapkamer van mijn oma stonden twee grote bruine koffers. Daarin zaten cadeautjes en kleding voor familie in Debaltsevo. De koffers stonden daar maar tot de dag dat haar visum goedgekeurd zou worden om naar de USSR af te reizen. Het visum dat keer op keer, wegens “onbekende redenen” werd afgewezen. Jaren duurde het voordat ze haar zussen weer terug kon zien.


SHOCK

Ik denk terug aan een verhaal dat mijn oudoom—de broer van mijn opa—een keer vertelde: de eerste keer dat oma terug was in Debaltsevo kon ze geen woord meer uitbrengen. Ze zou in shock zijn van alle emoties. Mijn opa moest het woord voor haar doen, hij sprak een beetje Russisch.

In Nederland was ze veelal op zichzelf, ze liet weinig mensen dichtbij komen behalve haar buurvrouw en haar kinderen. Andere Russische vrouwen kwamen regelmatig samen, daar deed ze soms aan mee maar ze bleef ook vaak op afstand. 


HUIS

Oksana: "Hoewel we er voor de oorlog al aan dachten om naar een grotere stad dan Debaltsevo te verhuizen, vond ik het huis waarin we woonden erg mooi. We hadden een grote keuken en iedereen bracht er graag tijd door. We hadden goede buren. Alles was zo dichtbij. Ik mis het heel erg. Ons huis in Debaltsevo is nu beschadigd. Ik voel me hier als een immigrant in mijn eigen land. Dit huis is niet mijn stijl, ik hou niet van de tapijten op de muren. Maar het is een huurwoning, dus we kunnen niet veel veranderen. Ik droom van een eigen huis en van renovatie, zodat ik er echt weer een knus thuis van kan maken.


KGB 

Hoe meer tijd ik hier doorbreng, hoe meer dingen op zijn plaats vallen. Ik merk dat Oksana goed op haar woorden let wat ze wel en niet kan zeggen. Het is bijvoorbeeld niet veilig om over politiek te praten en dat doet ze daarom ook niet.

Toen Oekraïne nog onderdeel was van de USSR was het gangbaar dat je werd geschaduwd door iemand die voor de geheime dienst van de KGB werkte. Mensen konden elkaar aangeven als ze het idee hadden dat er iets niet in de haak was. Je kon dan worden opgepakt. Of zelfs verdwijnen. Toen mijn vader met oma in Debaltsevo was, begin jaren zeventig zag hij een onopvallende man die steeds in zijn buurt was. Deze persoon hield duidelijk het bezoek uit “het westen” in de gaten. Toen mijn vader een beetje de buurt ging verkennen werd tante Anna door hem aangesproken dat het niet de bedoeling was dat hij zomaar overal heen ging. Misschien dat mijn oma hierdoor ook zwijgzaam was geworden? Ze had geleerd dat ze niet zo maar haar mening kon geven, dat was te gevaarlijk.


KOZAKKEN

 Als afscheid bezoeken we gezamenlijk Khortytsia eiland, de bakermat van het Oekraïense Kozakkendom. Het grootste eiland in de Dnipro rivier. Sinds lange tijd is het gezin niet meer op uitje geweest. Vooral Oksana is uitgelaten en blij dat ze eindelijk weer eens iets leuks doet met haar gezin.     

We lezen over de geschiedenis van de Zaporozje kozakken die in gemeenschappen rond de Dnipro leefden. Ze hadden verschillende sociale en etnische afkomsten maar bestonden voornamelijk uit ontsnapte lijfeigenen die de voorkeur gaven aan de gevaarlijke vrijheid van de wilde steppen, in plaats van te leven onder de heerschappij van Poolse aristocraten. Echter, ook stedelingen en zelfs Krim-Tataren werden deel van het Kozakken-legioen. Wel moesten ze de oosterse orthodoxie als hun religie accepteren en de rituelen en gebeden ervan overnemen. De naam Kozak staat voor vrijbuiter. 

We lopen door het openlucht museum met een houten fort, huizen met rieten daken en een houten kerk, waar Oksana, Sergei en Nicolai een kaars branden voor hun overleden dierbaren uit Debaltsevo. Oksana koopt bij één van de toeristische kraampjes een gekleurde houten ketting voor me als aandenken.


Pagina 105

KHARKIV Mei 2018

Svetlana woont met haar man Evgeniy en kinderen Vitaly, Nastya en Katya in Kharkiv. Svetlana heeft een administratieve baan gevonden bij het treinstation in Kharkiv. Evgeniy is aan het revalideren en zorgt voor de kinderen.


Svetlana: "Sinds de zomer van 2014 waren er al mensen uit de DNR met machinegeweren en wegversperringen rond Debaltsevo. In augustus raakten twee mijnen ons erf, op de plek waar ik altijd met de kinderen liep. Verschillende mensen raakten gewond. In januari 2015 was er geen licht meer en vlogen er verschillende granaten in de elektrische toren. Het werd duidelijk dat alles erger zou worden. 

“Op dat moment gaf ik Katya borstvoeding en kon ik niet tegen al die beschietingen. Ik vroeg Evgeniy te vertrekken, voor minstens een maand of twee tot alles voorbij was. Nastya's peettante was al naar Kharkiv vertrokken. Wij stemden ermee in om mee te gaan. We wilden onze moeders niet achterlaten —ze weigerden hun huis te verlaten—maar we konden niet meer aan moeders denken, we moesten onze kinderen beschermen. 

“Ik verzamelde de meest noodzakelijke spullen. Het belangrijkste wat we meenamen was Katja's favoriete knuffeldier, het konijn waar ze mee sliep, een konijn met een wortel. We hadden elf tassen, namen afscheid en lieten de kat los op straat. De hond was al eerder naar de datsja gebracht. 

“Op 9 februari 2015 vertrokken we. Evgeniy’s broer Volodya zou ons naar Artemivsk brengen [nu heet de plaats Bachmoet]. Van daaruit zouden we proberen naar Kharkiv te gaan. Er stonden allemaal opgeblazen auto's en bussen langs de weg. We bereikten Svitlodarsk en daar, recht voor ons, werden de antitankmijnen door het leger geplaatst. Ze lieten niemand eruit: de weg werd beschoten. Volodya zei: “Het spijt me, maar ik kan jullie niet verder brengen, ik heb een gezin en ik kan ons niet in zo'n gevaarlijke situatie brengen.” Dus keerden we om en kwamen weer thuis. 

We zetten de radio op batterijen aan en hoorden dat Debaltsevo was omsingeld. Ik werd hysterisch. Evgeniy en ik maakten vreselijke ruzie en ik schreeuwde dat we eerder hadden moeten vertrekken. We sliepen zelfs in verschillende kamers. Om zes uur begonnen de mortierbeschietingen. Ik zag explosies dichtbij door het raam. We verplaatsten opnieuw naar de kelder. Buiten ontplofte alles, als in een film. Ook ons huis werd verwoest.

“Kort daarna probeerden we weer te ontsnappen naar Kharkiv. Onze vriend Nikolajevitsj bracht ons met de auto. Op een gegeven moment klonk er een klap, de auto draaide om: we waren geraakt door een mijn. Katja sliep, maar toen de auto ontplofte, spatte de olie van de motor op haar gezicht en begon ze te huilen. We waren allemaal stomverbaasd. De auto vloog in brand. Ik schreeuwde: “Vitaly, kom er snel uit!” De achterdeuren bleken vast te zitten en de voordeuren vlogen eruit. Vitaly stapte uit, ik gaf hem Nastya en Katya. Evgeniy sloeg het glas weg, klom uit de auto en viel meteen. Ik zag dat er iets met zijn been was. Ik klom naar Nikolajevitsj, maar er kwam schuim uit zijn mond. 

“Toen zagen we tanks en militairen, Oekraïense troepen. We schreeuwden om hulp en ze kwamen naar ons toe. Op dat moment lagen er mijnen op de weg, ik begreep dat Evgeniy zwaar gewond was en Nikolajevitsj dood. Mijn gedachte op dat moment was: als ze mij nu doden, wat gebeurt er dan met de kinderen? Kort daarna ontplofte de auto. Al onze bezittingen verbrandden: documenten, foto's, alle herinneringen die we meenamen. 

“Evgeniy werd in de ambulance naar Artemivsk gebracht, en we liepen anderhalve kilometer door de modder met de soldaten. Evgeniy’s been had dertien breuken. We hadden geen papieren, geen geld en geen onderdak. Vrijwilligers hielpen ons met van alles en nog wat. Toen we die avond in Artemivsk aankwamen, werd Artemivsk gebombardeerd. Er sloegen elf mijnen in en een 7-jarige jongen bij de school werd gedood. Om zes uur ’s ochtends vertrok ik met de kinderen van Artemivsk naar Sloviansk. Vandaaruit kwamen we uiteindelijk in Kharkiv aan.”  


LIEFDE 

Elke avond loopt Evgeniy een aantal kilometer op krukken in het donker naar Svetlana om haar op te halen bij het treinstation waar ze werkt. Gezamenlijk lopen ze terug naar huis en nemen ze de dag door. Om hun liefde te blijven vieren verrassen ze elkaar maandelijks rond de 22ste van de maand met een roos, een uitje of iets anders om hun liefde aan elkaar te tonen. Op die dag hadden ze elkaar ooit ontmoet. Ze proberen het beste te maken van hun nieuwe leven.

“Als je gewend bent om je leven te plannen en alles is ingestort dan is het moeilijk om weer nieuwe plannen te maken. Het heeft drie jaar gekost totdat Evgeniy’s voet herstelde. Ik heb nu een administratieve baan bij het treinstation en Evgeniy zorgt voor de kinderen. Er is geen goede woonruimte te vinden. In Debaltsevo hebben we wel een plek om te wonen, maar daar is geen werk en het is oorlog. En zo hang je tussen hemel en aarde in.” 


LA VITA E BELLA

Mijn oma had een hekel aan oud en nieuw. Bij elke vuurwerkknal kromp ze in elkaar van angst. Het herinnerde haar aan de oorlog. De oorlog waar ze niet over praatte behalve dat er oorlog was. Svetlana vertelt dat ze tijdens de oorlog in Debaltsevo acht maanden ondergronds woonde met haar gezin. Wanneer het even rustig was kroop iedereen de schuilkelder weer uit. Het was precies zeven minuten lopen naar het huis van haar moeder. Maar zeven minuten lijken een eeuwigheid als er ieder moment een bom kan ontploffen. Wanneer ze aan het schuilen waren tijdens bombardementen zetten ze de muziek vaak hard aan en gingen ze dansen om de kinderen af te leiden. 

Het doet mij denken aan de film La Vita è Bella uit 1997, geregisseerd door Roberto Bengini, die ook hoofdpersoon Guido speelt. Guido belandt met zijn vrouw en zoontje in een concentratiekamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. Om het leven in deze hel op aarde wat draaglijker te maken houdt Guido zijn zoon voor dat alles één groot spel is. Ik ben onder de indruk van de levenslust en positiviteit van Svetlana en haar man Evgeniy. Wanneer ik haar vraag hoe ze dit konden opbrengen kijkt ze me aan alsof het de normaalste zaak van de wereld is: “Het leven is zo kort en we moeten proberen elke dag als de laatste te leven. Er is geen tijd om verdrietig in een hoekje te gaan zitten.” 


NACHTMERRIES

“In Debaltsevo hadden we een herdershond, maar die is overleden. Om zoveel mogelijk het familiegevoel te behouden hebben we voor de kinderen nieuwe dieren genomen zoals een parkiet, een hond en een aquarium met vissen,” vertelt Svetlana, terwijl Nastya met de hond speelt. “Nastya heeft er nog vaak nachtmerries over het vluchten.”

Laatst sprak ik een bevriende psycholoog die me vertelde dat trauma meerdere generaties kan doorwerken. Wanneer traumatische gebeurtenissen niet goed zijn verwerkt, kunnen de overtuigingen en gedragingen die hierdoor ontstaan doorgegeven worden aan volgende generaties. Ik vraag me af op welke manier deze gebeurtenissen invloed zullen hebben op het verdere leven van dit gezin. Tegelijkertijd vraag me ook af wat mijn emotionele erfenis is van het verleden van mijn oma.


IMPORT

Ik denk terug aan een interview dat ik laatst las, waarin de geïnterviewde vertelde dat je als migrant nooit een plek kunt claimen die helemaal van jou voelt. Een plek waar je gegrond bent en waar je je eigen tradities hebt. Ik ga na hoe dat voor mezelf is. Ik ben geboren in Staphorst, waar ik tot mijn 18e heb gewoond. Mijn ouders zijn daar in de jaren zeventig naar toe verhuisd vanwege werk. Ook al staat mijn geboorteplaats voor de rest van mijn leven in mijn paspoort, een ‘echte’ Staphorster zal ik nooit worden. Ik behoor tot de ‘import’ omdat mijn ouders er niet vandaan kwamen. Zo heette dat. Je hoorde erbij, maar er was wel een verschil. Niet dat ik er ooit behoefte aan had om een ‘echte Staphorster’ te worden, maar ik vraag me af waar die plek is die helemaal van mij voelt. Ja, ik ben Nederlander, en ik voel me Nederlander. Maar ook niet helemaal. Bepaalde eigenschappen van de mensen in Oekraïne voelen vertrouwd, zoals het hartelijke karakter, de gastvrijheid en bescheidenheid. Ik leer nu een aantal tradities uit Oekraïne kennen, alleen omdat ik ze nooit vanuit familie overgedragen heb gekregen, voelen ze soms ook vreemd. Je kunt niet na jaren opeens bepaalde tradities eigen maken die misschien ergens verstopt zitten in je genen, toch? Of wel? 


STRUISVOGELEI

Het is tijd om te gaan. Als afscheid heb ik cadeautjes voor het gezin gekocht, zoals tekenspullen voor de kinderen. Ze hebben ook iets voor mij als aandenken. Verwachtingsvol kijken ze me allemaal aan en overhandigen me een enorm, door de kinderen beschilderd, levensecht struisvogelei, dat ik de hele week al in de woonkamer zag liggen. Het eerste wat in mij opkomt is een praktische gedachte: hoe kan ik dit in godsnaam meenemen? Hollands als ik ben. Ik moet een beetje lachen en fluister naar Katya, mijn tolk, dat dit echt niet in onze bagage past. Katya kijkt me streng aan en fluistert terug dat weigeren absoluut geen optie is. Dus neem ik het struisvogelei aan, dat inderdaad niet meer in mijn koffer past. We nemen afscheid en vervolgen onze reis met het ei in een extra tas, dat ons vanaf nu vergezelt weer terug naar Kyiv en van daaruit naar Nederland.


Pagina 135


LEERDAM

Zenja woonde vanaf 1945 in Leerdam met haar man Henk. Ze kregen vier kinderen, waaronder mijn vader Dirk-Jan, hij was de oudste. Henk werkte als metselaar en ovenbouwer en Zenja zorgde voor de kinderen.


Zenja: “In 1941 begon de oorlog. We hoorden keiharde geluiden vanuit elke richting. Het was doodeng om te horen. In 1942 moesten we naar Duitsland. En mijn moeder moest ook naar Duitsland. Mijn moeder vroeg aan een commandant of ze bij mijn broer mocht blijven. Mijn broer was 17. Hij moest voor de Duitsers werken, en wij drieën moesten naar Duitsland. Ik ben Zenja. Ik was 20 jaar oud. Anna was 26, en Tamara, de jongste zus, zij was 15 jaar. Op 16 mei 1942, om zes uur 's ochtends, moesten we onze stad Debaltsevo in de Donetsk Oblast verlaten. Moeder maakte groene soep voor ons klaar. Shavil [zuring] soep. We aten dit, en moeder liep ongeveer een kilometer met ons mee. Dit was de laatste keer dat we haar zagen.”


Pagina 139

Bestemming: Leerdam, Holland

Ondanks dat ik niet meer met mijn oma kon praten ben ik de afgelopen jaren op onderzoek gegaan om meer te weten te komen over haar verhaal. Door veel te lezen en met mensen te spreken ontdekte ik dat haar verhaal niet op zichzelf stond. Tijdens de Duitse overheersing van Oost-Europa in de Tweede Wereldoorlog zijn naar schatting meer dan drie miljoen mensen naar Duitsland gedeporteerd om in een werkkamp te werken als Ostarbeiters. Driekwart kwam uit Oekraïne en velen van hen waren tieners toen ze werden meegenomen, onder wie veel vrouwen. Een aantal meisjes leerden daar Nederlandse of andere Europese jongens kennen die er tewerkgesteld werden, via de Arbeitseinsatz, met wie ze trouwden en na de oorlog de grens over kwamen. Zo ook mijn oma. Wanneer deze vrouwen na jaren teruggingen naar Oekraïne om familie te bezoeken werden ze daar als landverraders gezien. 

Een  behulpzame onderzoekster van CBG | Centrum voor familiegeschiedenis attendeert me op het Arolsen Archief, het internationale centrum over nazi-vervolging. Op de website typen we de naam in van mijn oma. Binnen no-time verschijnt er een document met haar gegevens. Ik kan mijn ogen niet geloven. De onderzoekster vertelt dat dit een medisch document is, door de Amerikanen ingevuld na de bevrijding. Datum: 7 mei 1945. Beroep: schoolgirl. Bestemming: Leerdam, Holland. Deze twee woorden zijn rood onderstreept met daaronder in handgeschreven letters: “To marry H.Versluis on destination” en een stempel met de woorden “Displaced Person.” Uit verhalen van mijn familie weet ik dat oma is getrouwd in Duitsland bij de Zweedse ambassade, anders had ze Nederland niet binnen kunnen komen. De onderzoekster bevestigt dat Zweden destijds behulpzaam was voor mensen die het land wilden verlaten. 

In het archief van de stad Düsseldorf, waar ze dwangarbeid moest verrichten in de Gerresheimer Glashütte—een fabriek gericht op het produceren van glas gerelateerde producten—vind ik wederom haar naam. En ook die van haar zusje Tamara, toen slechts 15 jaar oud, tussen lange rijen van vele andere jonge vrouwen met Russische namen afkomstig uit dezelfde regio. Leeftijden variërend van 15 tot in de 20. Voor het eerst wordt het echt tastbaar waar ze is geweest. Dit komt wel heel dichtbij allemaal. Ik krijg er buikpijn van. 

Ik lees boeken en artikelen van Bas van Der Plas, Machteld Venken en Ingrid Harms—zij was zelf dochter van een Ostarbeiterin—die hier uitgebreid onderzoek naar deden. Ik lees dat de jonge mensen vanuit Oekraïne opgepropt in goederenwagons vervoerd werden naar Duitsland. De naziwetgeving omschreef Ostarbeiterinnen als untermenschen en plaatste hen bijna aan het einde van de hierarchische raciale naziladder. Ze werden enkel voorgegaan door joden, Roma, Sinti en homoseksuelen. Ze moesten een blauw embleem dragen met de letters OST erop en verbleven in geïsoleerde barakken, omringd door prikkeldraad, die ze alleen onder begeleiding mochten verlaten. Gemiddeld moesten de Ostarbeiterinnen tussen 1942 en 1945 zo’n twaalf tot veertien uur per dag, zes dagen per week, dwangarbeid verrichten voor de Duitse oorlogsindustrie. Ze kregen bijna niets te eten en hadden weinig toegang tot gezondheidszorg. Daarnaast ondergingen ze verbale discriminatie en vernederingen. Tijdens de oorlog moesten de Ostarbeiterinnen strikt gescheiden blijven van de Duitsers en Westarbeiters (West-Europese vrijwilligers, gedwongen arbeiders onder een beter regime dan de Ostarbeiters). In de realiteit kwamen Ostarbeiterinnen regelmatig in contact met mensen van andere landen. Zo kwam mijn oma in contact met mijn opa, hij repareerde de machine op haar afdeling en gaf haar soms wat eten van zijn eigen rantsoen. Ze werden verliefd. 

Op deze wijze—vanwege liefde, zelfbehoud of kansen voor een betere toekomst—zijn er naar schatting zo’n vierduizend vrouwen in Nederland terecht gekomen doordat ze er Nederlandse mannen zoals mijn opa ontmoetten met wie ze na de bevrijding de grens over kwamen. In Nederland was het een een onzichtbare groep. Ze waren opgegroeid in het regime van Stalin, gedeporteerd naar het Duitsland van Hitler en in Nederland terecht gekomen tijdens de Koude Oorlog. Eigenlijk zijn ze altijd tussen wal en schip gevallen en is hun verhaal—mede doordat veel vrouwen niet spraken over hun verleden—zowel in Nederland als in hun thuisland, nooit echt erkend.

Een oudoom (de broer van mijn opa) weet me te vertellen dat zijn ouders na de bevrijding in 1945 een postkaart kregen van hun zoon—mijn opa—dat hij binnenkort thuis zou komen vanuit Duitsland. Hij had mijn oma ook een paar woorden op het kaartje laten schrijven. Dat was het eerste bericht dat hun zoon een vrouw had meegenomen. Op dat moment zaten mijn opa en oma een aantal weken in Limburg in een pension, wachtend op toestemming, zodat mijn oma Nederland in zou mogen. Van daaruit reisden ze door naar Leerdam. Ze kwamen in vodden aangelopen en belden aan de voordeur van het ouderlijke huis van mijn opa Henk. Hij had een schipperspet op. Zijn eerste woorden waren: “Dit is Zenja, en ik ben met haar getrouwd.” 

Terwijl oma haar leven in Nederland begon keerden haar zussen terug naar Debaltsevo. Jaren duurde het voordat ze elkaar terug zagen. Orlando Figes beschrijft de impact die het Stalinistische regime heeft gehad op de burgers in zijn boek Fluisteraars. Tel daar mijn oma’s ervaringen in Duitsland bij op—ook al zal ik er nooit achter komen wat ze precies heeft meegemaakt—maar het heeft haar leven ongetwijfeld getekend. Ik begrijp nu beter waarom ze niet praatte over haar verleden. Het zet ook beter in perspectief waar een deel van het moeite hebben met praten over en uiten van mijn eigen emoties wellicht vandaan komt. Maar ook het sterk zijn, niet klagen en doorgaan. Bij mijn vader en broers herken ik deze eigenschappen ook.

De gezinnen in Debaltsevo zijn het dichtste wat ik ooit bij mijn Oekraïense roots terecht ben gekomen. Ook al zijn we geen familie en zullen we dat nooit worden; door Debaltsevo zijn we voor altijd met elkaar verbonden. Hun verhalen zijn nu ook mijn herinneringen geworden. En hun herinneringen zitten tussen de oude diapositieven van mijn vader in het eerste hoofdstuk van dit boek. Zoals op de foto van het gebouw naast het station op pagina 12, daar werkte Svetlana vroeger, als telefoniste. In het weekend bezocht ze met Evgeniy en vrienden concerten in het cultuurhuis. Oksana ging er met Sergei naar de film (pagina 11). Op het naastgelegen plein (pagina 10) dronk Natalia als kind limonade van het merk Pinokkio, terwijl haar ouders daar in hun jonge jaren aan het dansen waren. 

Alle mensen die ik de afgelopen tien jaar ben tegengekomen tijdens deze reis hebben ervoor gezorgd dat Debaltsevo en Oekraïne voor mij niet meer alleen een plaatsnaam op een kaart zijn, maar een onderdeel van mijn leven zijn geworden. Ik kan me geen leven meer voorstellen zonder mijn Oekraïense vrienden. Ook al heeft mijn oma mij niet veel verhalen kunnen vertellen over haar cultuur en verleden, ze zitten in mijn genen. Er leeft een gemeenschap in ons allemaal, de gemeenschap van onze voorouders, die generatie op generatie, gewoontes en rituelen aan elkaar hebben doorgegeven en ons maken tot wie we zijn op de dag van vandaag.

Uiteindelijk heb ik Debaltsevo nooit met mijn eigen ogen kunnen aanschouwen omdat er sinds 2014 oorlog is in het gebied, waardoor ik steeds mijn plannen heb moeten wijzigen. Debaltsevo zoals ze was leeft voort in verhalen en herinneringen en in mijn fantasie. In plaats daarvan is de zoektocht naar Debaltsevo onderwerp geworden van het boek dat je nu in handen hebt.


Pagina 145

AMSTERDAM  3 feb 2022

PASPOORT

Ondertussen ben ik naar Amsterdam verhuisd. Via mijn telefoon krijg een bericht van Natalia:

>Karine, hoe denk je in het algemeen over vluchtelingen? ik heb het gevoel dat we blijven rennen. We denken erover om hier weg te gaan, naar het buitenland. Ik ben paspoorten voor de kinderen aan het maken. Ik zal alles doen in het belang van de kinderen. Ze hebben genoeg oorlog gehad. Ze zijn het beu om te vluchten. Ik wil warmte, vrede en troost. 


AMSTERDAM 13 feb 2022

VRIJ RUSTIG

Op het nieuws spreekt de Amerikaanse president Biden uit dat er genoeg bewijzen zijn dat Rusland Oekraïne zal binnenvallen. Ik heb contact met Katya in Kyiv, mijn tolk die met mij de gezinnen heeft bezocht en waar ondertussen een warme vriendschap uit is ontstaan. Sinds een aantal weken is ze zwanger. Ik uit mijn zorgen over de oorlogsdreiging. Katya is er van overtuigd dat er geen oorlog komt. Ze maakt er grappen over.

>We geloven al dit nieuws niet. De mensen hier zijn vrij rustig, geen rijen bij de supermarkt of tankstation. Ik hou jullie op de hoogte. Knuffels uit Oekraïne, 2 dagen voor de aangekondigde oorlog, hohoho.

Door haar gelatenheid ben ik gerustgesteld.


AMSTERDAM 25 feb 2022

BIZAR

Op 24 februari om drie uur ‘s nachts is Rusland Oekraïne binnengevallen. De oorlog is begonnen. Ik vraag Katya hoe het met haar gaat en of ze veilig is.

>Ik hoop van wel, maar afgelopen nacht was angstaanjagend. We proberen nu rustig te blijven en kijken naar het nieuws. Mijn man wil ergens anders heen maar ik wil blijven. Ons geruzie erover maakt het nog ongemakkelijker. Ik voel me veilig thuis, in het ergste geval gaan we naar een schuilkelder hier in ons gebouw. Klinkt bizar, toch? 

Ik stuur berichten naar Natalia, Oksana, Svetlana en andere mensen in Oekraïne die me door de jaren heen dierbaar zijn geworden. Er hangt een blauw-gele vlag in mijn straat. Oekraïne is nu letterlijk mijn leven in Nederland binnengewandeld. Ik demonstreer op de Dam in Amsterdam tegen de oorlog met mijn vrienden Anya en Maxim en stuur de filmpjes naar de mensen in Oekraïne. 


OVERAL Vanaf maart 2022

-Natalia vlucht naar Polen met de kinderen. Haar man Zhenya is opgeroepen in het leger in Kyiv en haar ouders en zus zijn met de hond naar Poltava gevlucht.

-Oksana vlucht naar Transkarpatië met haar zoons en later naar Lviv. Haar man Sergei was al in Slowakije voordat de oorlog uitbrak en is daar gebleven. In mei is ze teruggekeerd naar Zaporizhzhia om te werken terwijl haar zoons in Lviv bleven. In augustus vertrekt ze met beide zoons naar Slowakije. 

-Svetlana en familie blijven in Kharkiv. Omdat een schuilkelder te ver weg is schuilen ze in de gang van het appartement tijdens de vele bombardementen.

-Sasha woont tegenwoordig in Chernitisv in het westen van het land waar hij Oekraïense vluchtelingen opvangt

-Anya en Maxim hebben Natascha, de moeder van Anya in huis wonen van februari tot augustus. Maxim zijn zus en haar kinderen zijn in maart naar Nederland gevlucht en verblijven in de buurt van Utrecht. In augustus komt de moeder van Maxim naar Nederland.

-Katya vlucht naar Lutsk (West-Oekraïne) met haar man en moeder. In mei zijn ze weer teruggekeerd naar Kyiv. Begin september bevalt ze van een zoon. 


 

Opmerking over de spelling van plaatsnamen:

In het boek wordt Russische spelling voor Debaltsevo gebruikt, want zo noemde mijn oma het. In het Oekraïens wordt het gespeld als Debaltseve. Ongeveer een derde van de Oekraïners spreekt Russisch als moedertaal (vooral in het oosten van het land). Er zijn ook veel mensen die een mix van beide talen spreken, genaamd Surzhyk. Door de huidige oorlog in Oekraïne is Russisch nu de taal van de bezetter geworden. Daarom is besloten de Oekraïense namen te gebruiken voor alle andere plaatsen in het boek.